Ik ben dankbaar dat ik de kans heb gehad (zeker omdat je dit niet zo makkelijk meer kunt doen zonder dat je een specifieke skill of toepassing komt brengen, en terecht!) om te kijken hoe ontwikkelingswerk in elkaar zit; wat de valkuilen zijn, wat er nodig is, hoe de samenwerking met Westerse donoren verloopt en hoe lokale mensen en organisaties hiermee omgaan. Ik heb ontzettend mazzel gehad met de mensen die ik ben tegen gekomen, zij hebben me veel geleerd en hebben veel deuren voor me geopend. Als ik bedenk dat ik zonder uitgebreid plan, zonder filmervaring zoveel heb mogen meelopen en doen dan voel ik me zeker bevoorrecht!
Enigzins versteld ben ik wel dat ik een misschien iets te ambitieus plan (een documentaire wordt doorgaans gemaakt met ten minste een director/interviewer, cameraman en audio engineer zoals jullie misschien allang weten maar ik nog niet) toch zo goed en zo kwaad (gelukkig kunnen vrouwen multi-tasken) heb weten uit te voeren en dat ik mensen om me heen heb weten te overtuigen van mijn ideeen. En ondanks dat ik soms enigszins stuntelig overkom met het filmwerk ("kunnen we alsjeblieft nog een keertje een interview doen want je bent tijdens het interview anders gaan staan en bij gebrek aan cameraman ben je vanaf de 2e minuut maar voor de helft in beeld"......een van de vele voorbeelden....) denk ik dat ik al veel meer uit deze reis heb gehaald dan ik ooit had kunnen vermoeden.
Over leren gesproken, volgens mij heb ik hier pas echt leren Leren: het onderzoeken van iets, weten wat het inhoudt en in welke context dit kan worden gezet. Ik heb me weer opgeworpen als brugpieper op zowel filmgebied als NGO werk en me meerdere malen dusdanig verzwolgen gevoeld onder de enorme information overload dat ik het liefste huilend naar huis had willen vliegen (wat in de brugklas ook niet ondenkbaar was). In mijn optiek hadden ze ontwikkelingswerk beter ingewikkeldwerk kunnen noemen. Totdat ik hier weer de theorieen van Maslow en Tuckman, voor de insiders, uit mijn geheugen opviste en die toepasten op mijn filmproject bij M’lop Tapang was ik ronduit vergeten dat ik een universitaire titel op zak heb en zodoende toch iets kon bijdragen aan het veelomvattende werk dat hier gedaan wordt.
Die aanpak baseerde ik vooral op het principe dat Connie Palmen noemt in een van haar boeken: “naiviteit is een journalistieke truuk”. Die naiviteit was voor mij niet moeilijk om aan te wenden, aangezien iedereen dacht dat ik 20 was (wat ik maar opvat als een compliment aangezien je als Aziatische vrouw al afgeschreven bent op je 26e). Wat ik daarvan weer heb geleerd is dat nederigheid loont en kan helpen bij het begrip van situaties en mensen. Dat ga ik waarschijnlijk ook merken als ik weer terug ben in Amsterdam en mijn plannen voor de komende tijd ga uitvoeren. In ieder geval weet ik nu beter wat die plannen zijn en deze reis heeft me laten zien dat ik vooral het pad moet blijven volgen dat ik voor mezelf voor ogen heb. Dus lieve mensen, bedankt dat jullie me hebben gevolgd tijdens mijn reis en ik hoop jullie snel weer te zien in Amsterdamske!!