24.3.09

Circle of life





Sihanoukville is qua sfeer een beetje te vergelijken met de eilanden van Thailand, tropisch en laid-back. Het strand is heerlijk om aan te liggen, als je niet elke minuut wordt overvallen door vrouwen en kinderen die je iets proberen te verkopen. De vrouwen bieden massages (zonder happy end), manicures, invlechten van haar en epileersessies aan terwijl de kinderen zich beperken tot de verkoop van armbandjes en fruit. Voorheen zou ik ze wegjagen maar nu bedacht ik me dat ik ze best kon helpen om 's avonds ook een maaltijd op tafel te krijgen. Ik knoop dan gelijk een praatje met ze aan om iets meer te weten te komen over de persoon achter de verkoper.

Zo kwam het dat een meisje van 10 jaar (als ik haar mag geloven) me vertelde dat zij weleens met haar grote zus meegaat naar Thailand om daar op het strand te werken. Ik vroeg haar of zij het leuker vond in Thailand of in Cambodja. Thailand was haar antwoord, omdat er daar meer business was. Maar ze moest wel een beetje uitkijken voor de politie want die jaagde haar soms weg of lieten haar geld betalen. Meestal vragen ze je na een gesprekje of je iets wilt kopen en ik vond het wel aandoenlijk om haar te horen vragen of ik een 'fith' wilde kopen. Nadat ik haar geleerd had dat je het moet uitspreken als 'fish' heb ik nu een kleurrijke koordjesparade aan mn tas hangen.

Als je eenmaal iets van ze hebt gekocht, na zwaar onderhandelen, ben je hun vriend en komen ze je af en toe opzoeken om alleen maar gedag te zeggen. Het fish-meisje en haar vriendinnetje kwamen me geregeld opzoeken en dan hadden we de grootste lol. Bijdehandjes zijn het wel. Op een gegeven moment was haar vriendinnetje weg en zei Alyna (zo heet het fish-meisje geloof ik) dat zij anders was dan haar vriendinnetje. Dat zag je ook wel, zij was beter verzorgd en had als enig kind op het strand een goed gebit. Maar ik snapte pas wat ze bedoelde met 'anders' toen ze ze iets probeerde te vragen. Het begon met: "you, boy?" waarop ik antwoorde dat ik toch echt een meisje was en geen omgebouwd geval. Zij giegelde en probeerde toen: "you, girl?" waarop ik weer antwoorde dat ik inderdaad een meisje was. Toen ze me toen vroeg: "How much you want?" had ik nog steeds niet door dat ze me wilde vragen hoeveel ik wilde betalen voor een jongen of een meisje. Ik was daar al een paar dagen in mn eentje, met af en toe de Don Bosco jongens om me heen, maar verder zonder reiscompagnon. Toen ik het eindelijk doorkreeg schrok ik eigenlijk zo van die vraag dat ik de mogelijkheid om meer te weten te komen hierover meteen in de prullenbak heb gegooid. Ik kon haar nog wel voorzichtig vragen of zij weleens vaker met toeristen meeging en hoeveel zij dan betalen voor haar. Het laatste antwoord dat ze me hierover gaf was: "2'. Maar of dat nou 2 US dollar was of een ander bedrag weet ik niet. Aan de manier waarop ze het vroeg leek het mij in ieder geval dat ze dit vaker heeft gedaan en god knows wat er allemaal met haar is gebeurd.

Sinds 2008 is in Cambodja een wet van kracht die prostitutie verbiedt. Aanbieden van seksuele handelingen voor geld is dus illegaal. Als de politie erachter komt dat er prostitutie op het strand plaatsvindt, dan komen zij alleen opdraven om de meisjes een boete op te leggen zodat zij er zelf ook wat aan verdienen. Soms maken ze zelfs misbruik van hun positie om de wet te 'handhaven'. Natuurlijk ben ik hier pisnijdig over. Pisnijdig dat zo'n jong meisje al met haar seksualiteit te maken krijgt en het machtsmisbruik daarvan. Verdrietig omdat zij nu weet dat haar vrouwelijkheid (zover ze die al heeft) haar geld op kan leveren en zelfs genoodzaakt is om dit uit te buiten zo veel ze kan. En zolang er vraag blijft hiernaar zal dit niet stoppen. Want dit verdient relatief goed, dus een baan in een fabriek zal niet snel een aantrekkelijk alternatief zijn.

Ik blijf nog een maandje langer in Cambodja, om Kmer Newyear mee te maken en alvast een beetje te oefenen met filmen. Ik ben benieuwd of ik Alyna nog zal tegenkomen.....

17.3.09

Route 666







Naast India moeten Vietnam en Cambodja wel koploper zijn in het aantal te vervoeren mensen per rijdend voertuig. Zo passen er in Vietnam makkelijk 5 gezinsleden en een hond op een motobike en zie je in Cambodja gerust 10 mensen in een tuktuk. Als je hier al van opkijkt, probeer dan eens de taxi van Kep naar Sihanoukville. Ik denk dat we een nieuw record hebben gevestigd door met 12 mensen en 2 kippen! een tocht van twee uur in een stationwagen hebben uitgezeten. Als je wilt weten hoe dat eruit ziet, check ff de foto met de kippen....


Ondanks dat de lokale bus je verzekert van een eigen stoel is de weg nog gemaakt uit het stenen tijdperk (letterlijk) waardoor de gemiddelde snelheid zakt naar 20 km/u. Soms vliegen we de lucht in als we over geasfalteerde stukken rijden. Niet van vreugde, maar omdat er gigantische gaten in het wegdek zitten. Toch haalt de buschauffeur dan de respectabele snelheid van 80 km/u. Niet voor lang overigens want geregeld hebben we een aanvaring met een stel verdwaalde koeien die midden op de weg staan. Zodra de bus ergens stopt rennen hordes verkopers van stokbrood, maiskolven of fruit je tegenmoet, ondanks dat de stop-over pal voor een wegrestaurant is. Toiletten zijn hierbij nog de alom bekende gaten in de grond en op toiletpapier hoef je niet te rekenen. Het onboard entertainment system in de kleurrijke bus bestaat uit Cambodjaanse comedy, waarvan de onderbroeken humor zelfs nog in de bus achter ons te horen is. En in dit land is vol nog niet vol; als er nieuwe passagiers mee willen en er zijn geen stoelen meer dan worden plastic krukjes ingezet.


Desondanks is het een geweldige ervaring om het land door te crossen per bus. Je bent omringd door talloze rijstvelden, gebergten, smalle landweggetjes die leiden naar houten hutjes, palmbomen zover je kan kijken.....Zeker als de schemering inslaat, en het landschp wordt belicht door een roze lucht, is dit de beste manier om het land te ontdekken. Alles is zo prachtig, zo in haar waarde gelaten. Op zo'n moment voel ik me echt gelukkig en heb ik niets anders nodig dan me, myself and my Ipod. Op zo'n moment voel ik totale vrijheid, hoef ik me nergens zorgen over te maken. Hoef ik alleen maar uit het raam te kijken en te bedenken dat de wereld ook zoveel schoonheid heeft om van te genieten.......

10.3.09

Aan het werk!





Voor het eerst projecten bezocht! Als startpunt de Don Bosco Technical school en de organisatie New hope for Cambodian Children (NHCC) in Phnom Penh genomen. De Technical school biedt plaats aan 515 studenten die hier een 3- jarige opleiding krijgen in electra, mechanica of printing (zowel papier als computerdesign), vergelijkbaar met ons MBO opleidingsniveau. Ondanks dat ik veel verouderde apparatuur zag, staat de school goed aangeschreven mede dankzij de praktijkgerichte lessen. De studenten, gemiddeld rond de 20 jaar, zijn bezoek door geinteresseerden en sponsoren wel gewend en staan massal op als ik het kaslokaal betreed. Doel van deze opleiding is om jongeren die door geldgebrek nooit de kans hebben gehad om naar school te gaan een gedegen opleiding te bieden zodat ze toch een baan kunnen vinden. Ook al probeert Don Bosco zich op de allerarmsten van de samenleving te richten, dit is niet helemaal de realiteit zo vertelt de oprichter van een ander project. Om in aanmerking te komen voor het Don Bosco programma moeten jongeren namelijk scholing hebben gehad tot aan de 12e klas, anders kunnen ze het niveau niet bijhouden. De allerarmste gezinnen zijn echter niet eens in staat om hun kinderen tot aan de 6e klas naar school te laten gaan, laat staan de basisschool tot aan de 12e klas af te maken. De meeste jongeren die dus wel tot de 12e klas naar school zijn gegaan, behoren dus niet tot de allerarmsten van de samenleving en komen dus niet in aanmerking voor het Don Bosco project. Pater Roel van de Technical school beaamd dit probleem met zijn bevinding dat er dikwijls fraude wordt gepeegd door studenten die zich voordoen als arme provincialen. Je kan je afvragen in hoeverre het verontrustend is dat de iets rijkere Cambodjanen zich proberen te scholen..



Daarentegen helpt het project van John en Kathy Tucker (NHCC) wel de meest kwetsbare groep in de samenleving, namelijk met HIV besmette weeskinderen. In Phnom Penh heb ik een tijdelijke opvang voor de meest zieke kinderen mogen bezoeken. Ik heb een baby in mijn armen gehad die wij kennen uit de reclamefilmpjes van stichting Giro 555. Heel confronterend om te zien dat een dagtour naar een van de vele tempels voor ons een dag extra leven voor zo'n kleintje kan betekenen. Hier krijgt geld ineens een andere betekenis. Als de kleine dan eenmaal op krachten is gekomen dan gaat hij in veel gevallen naar verwandte familie of wordt hij opgevangen in een dorp die de Tuckers speciaal hebben laten bouwen. Momenteel worden er 120 wezen opgevangen . Ze krijgen hier voeding, medicatie, persoonlijke verzorging en schoolbenodigheden. En liefde, van de Heer welteverstaan want het geloof is nog prominent aanwezig bij zowel Don Bosco als deze organisatie. Overal kom je dus crucifixen tegen en word je continue gezegend bij vertrek en aankomst. Ondanks een periode Godsdienaar geweest te zijn (je zou het niet direct verwachten van mij maar ik ben vroeger misdienaar in de Katholieke kerk geweest) voel ik dat het toch niet helemaal mijn stijl is om God overal bij te betrekken. Bovendien heb ik het (geloof ik) zo'n beetje verpest door heel hard "Jesus Christ!!" uit te roepen nadat Kathy me vertelde dat ze die week een 5-jarig meisje dat besmet bleek met HIV uit een bar in Phnom Penh hebben weggehaald en opgevangen. Dus ik berust me maar in de gedachte dat ik deze organisaties niet als onderwerp hoef te gebruiken voor mijn filmproject, maar meer als platform.




Extra argument om organisaties zelf niet te betrekken bij mijn project is dat elke organisatie het beter lijkt te weten. In tegenstelling van wat je zou verwachten van ontwikkelinghulpland, zijn ego en kortzichtigheid onder elke steen te vinden. In gesprek met John Tucker komt naar voren dat een organisatie door welke hij in eerste instantie naar Cambodja is uitgezonden vond dat 400 AIDS wezen wel genoeg was om op te vangen. Wat er met de rest van de wezen gebeurde was niet hun probleem. Dit heeft ertoe geleid dat de Tuckers hun eigen organisatie zijn gestart waarbij zij 4 jaar later in totaal bijna 1000 AIDS wezen ondersteunen en opvangen. En dat geta loopt alleen maar op. Ook geld is een groot probleem bij organisaties. Niet dat er geen genoeg is maar de manier waarop het wordt besteed laat vaak te wensen over. Zo heeft een Duitse organisatie voor 9 miljoen US dollar een ziekenhuis in de provincie laten bouwen onder leiding van een buitenlandse priester op leeftijd. Nadat deze een hartstilstand heeft gehad, kreeg het project ook een hartstilstand omdat de geestelijke daarna in een depressie is geraakt. De plannen voor het verdere traject staan vooralsnog op papier, echter niemand anders is verder verantwoordelijk geweest voor de uitwerking waardoor dit project nu op zn gat ligt. Enige oplossing vanuit John's mogelijkheden wordt afgeslagen door de Duitse organisatie, die het project liever ziet mislukken dan iemand anders daar de credit voor te geven. Nog een voorbeeld: in 2007 heeft John van een grote organisatie toezegging gekregen voor de bouw van 4 nieuwe gebouwen voor de opvang van AIDS wezen. De daadwerkelijke overboeking van het geld liet echter zo lang op zich wachten dat intussen de prijzen voor de bouw verdubbeld waren. John heeft toen maar 2 gebouwen van de beloofde 4 kunnen verwezenlijken wat weer negatieve consequenties heeft voor toekomstige financiering. Wat mij nog het meest verbaasde was dat hij vertelde dat sommige weeshuizen niet eens wezen opvangen. Als er sponsoren of geinteresseerden komen kijken dan 'leent' de directeur kinderen uit omringde dorpen. Die krijgen dan vuile, gescheurde kleding aan en leren een dansje of liedje waarna de opbrengst van vrijgevigen vervolgens in de zak van de directeur verdwijnt. Zo blijkt dat het machtsspelletje aan beide kanten van de ontwikkelingshulp wordt gespeeld en uitgebuit. Niet alleen het ontwikkelingsland maar ook de ontwikkelingsorganisaties zullen hiervoor moeten waken wil het echt een positieve verandering teweegbrengen.

9.3.09

Cambodjaanse parels



Meer stof, meer straatvervuiling, geen straatverlichting, meer mensen die in hun pyama rondlopen, meer bedelaars, een vreemde vieze lucht die constant in de stad hangt....zo heb ik Cambodja voor het eerst ervaren. Phnom Penh moest wel een vieze, gevaarlijke en armoedige stad zijn. Na elfen is er ook niemand meer op straat behalve motobikedrivers en straatkinderen. Het enige leven dat zich afspeelt in de stad verplaatst zich naar de talloze neonverlichte bars waarin het beeld van een dikke Westerse toerist met drie Cambodjaanse meisjes aan zijn arm vaak de revue passeert. Na een levendige stad als Saigon was dit wel even wennen. Gelukkig had ik de eerste paar dagen om even te acclamatiseren en de stad te verkennen. Ik ben op weg naar het Royal Palace om wat cultuur op te snuiven en plots word ik geraakt! Niet door rondvliegende kogels maar door de prachtige tempels die ineens vanuit de stad opdoemen. Daar, midden in de stad staat werkelijk een prachtstukje cultuur die niet in elkaar is geknutseld zoals vaak in Vietnam. De zon die de tempels en het paleis verlicht lijkt uit de hemel te komen. Zo mooi. Zo verrassend. Zo authenthiek.

En de mensen. De mensen maken ook een verschil. Iedereen lacht je tegemoet en als je iets niet wilt kopen zijn ze wellicht nog geinteresseerder dan daarvoor. Iedereen is bereid om je een helpende hand toe te steken, of zelfs dingen goedkoper voor je te krijgen. Je hoeft, in tegenstelling tot Vietnam, maar aan 1 iemand de weg te vragen zonder dat je de verkeerde richting wordt opgestuurd. Toch nog schoonheid kunnen vinden tussen alle vervuiling. En weer een lokale gids gevonden uiteraard. Lijkt wel of ik een abonnement op ze heb afgesloten om zo de lokale kant te leren kennen. Sarpea, nickname David, een afgestudeerde jongen van 27 die met behulp van de tuktuk aan zijn geld probeert te komen. Hij weet veel te vertellen (alhoewel zijn engels niet van hoogstaand niveau is) maar is leergierig op zijn beurt. Hij is een van de velen afgestudeerden die geen baan kunnen vinden, vertelt Rana -Cambodjaanse die door Don Bosco vroeger is opgevangen- wat voornamelijk wordt veroorzaakt door de corruptie op de scholen. Naast het schoolgeld moet je als student een extra bedrag, waarvan de hoogte wordt bepaald door degene aan wie je het betaalt, neerleggen voor elk examen anders is je slagingskans nihil. Ook al ben je nog de slimste van de klas, zakken doe je als je die portomonnai niet opentrekt. Vandaar dat veel rijke studenten niet of nauwelijks leren en zo te weinig kennis hebben als ze zijn afgestudeerd. De stof van de universiteit (bij ons het HBO) blijkt ook totaal niet aan te sluiten op de praktijk waardoor veel bedrijven niets met de studenten kunnen op korte termijn. Ook moet je goede contacten hebben in de businesswereld want anders is je kans om ergens binnen te komen direct gedaald met 97%. Zo blijkt dat als je toch een gedegen opleiding hebt in Cambodja, dat de praktijk een heel ander verhaal is wat vele in ondergekwalificeerde baantjes dwingt. Of thuis bankzitten...ik ben nu al wat minder argwanend dat bijna iedere motodriver en tuktukchauffeur die me heeft vervoerd zegt te hebben gestudeerd. En dat is nog niet het enige probleem met het onderwijs.....