15.9.09

Home Sweet Home




Nou dat was ‘m dan. Mijn reis zit erop! Iets eerder dan gepland maar niet minder uitgerekend laat ik 7,5 maand in Zuid-Oost Azie achter me. Tijdens mijn laatste busrit van Sihanoukville naar Phnom Penh kon ik me het moment herinneren, zes maanden geleden, dat ik ook in de bus zat door Cambodja crossend en me bedacht dat dit Azie mijn thuis zou worden voor de komende 6 maanden (toen nog 7 trouwens). Dat moment leek voorheen zo ver weg maar voelde nu als de dag van gisteren. Ik zie het moment weer voor me, zwaar bepakt en bezakt, dat ik op Schiphol afscheid neem van familie en vrienden. Ik herbeleef de vastberadenheid waarmee ik, licht sentimenteel, door de douane stap niet wetend wat me allemaal te wachten zou staan aan de andere kant van de wereld. Maar ik wist toen al dat dit een belangrijke reis voor me zou gaan worden. Nu, enkele maanden later, ben ik blij dat ik deze stap heb gezet.



Ik ben dankbaar dat ik de kans heb gehad (zeker omdat je dit niet zo makkelijk meer kunt doen zonder dat je een specifieke skill of toepassing komt brengen, en terecht!) om te kijken hoe ontwikkelingswerk in elkaar zit; wat de valkuilen zijn, wat er nodig is, hoe de samenwerking met Westerse donoren verloopt en hoe lokale mensen en organisaties hiermee omgaan. Ik heb ontzettend mazzel gehad met de mensen die ik ben tegen gekomen, zij hebben me veel geleerd en hebben veel deuren voor me geopend. Als ik bedenk dat ik zonder uitgebreid plan, zonder filmervaring zoveel heb mogen meelopen en doen dan voel ik me zeker bevoorrecht!
Enigzins versteld ben ik wel dat ik een misschien iets te ambitieus plan (een documentaire wordt doorgaans gemaakt met ten minste een director/interviewer, cameraman en audio engineer zoals jullie misschien allang weten maar ik nog niet) toch zo goed en zo kwaad (gelukkig kunnen vrouwen multi-tasken) heb weten uit te voeren en dat ik mensen om me heen heb weten te overtuigen van mijn ideeen. En ondanks dat ik soms enigszins stuntelig overkom met het filmwerk ("kunnen we alsjeblieft nog een keertje een interview doen want je bent tijdens het interview anders gaan staan en bij gebrek aan cameraman ben je vanaf de 2e minuut maar voor de helft in beeld"......een van de vele voorbeelden....) denk ik dat ik al veel meer uit deze reis heb gehaald dan ik ooit had kunnen vermoeden.



Ik heb daarbij gelachen, gehuild, gezweet (met peentjes), gevierd, gevloekt, gevoeld, geluisterd, gepraat, gekeken, gedacht, geholpen, geduld getoond, geenthousiasmeerd, gedaan, gezongen (met zuivere stem!!), gedanst, gefietst, genomen, gegeven, gebudgeteerd, genoten, geen reet gedaan, gepresteerd, gepresenteerd, geleerd…..



Over leren gesproken, volgens mij heb ik hier pas echt leren Leren: het onderzoeken van iets, weten wat het inhoudt en in welke context dit kan worden gezet. Ik heb me weer opgeworpen als brugpieper op zowel filmgebied als NGO werk en me meerdere malen dusdanig verzwolgen gevoeld onder de enorme information overload dat ik het liefste huilend naar huis had willen vliegen (wat in de brugklas ook niet ondenkbaar was). In mijn optiek hadden ze ontwikkelingswerk beter ingewikkeldwerk kunnen noemen. Totdat ik hier weer de theorieen van Maslow en Tuckman, voor de insiders, uit mijn geheugen opviste en die toepasten op mijn filmproject bij M’lop Tapang was ik ronduit vergeten dat ik een universitaire titel op zak heb en zodoende toch iets kon bijdragen aan het veelomvattende werk dat hier gedaan wordt.


Op filmgebied heb ik ook de nodige kennis opgedaan. Zo kreeg ik een audio engineer in mijn schoot geworpen bij Don Bosco, waar ik de eerste stappen heb gezet naar begrip van het technische gedeelte (niet mijn sterkste kant overigens) en het controleren van interviews heb kunnen oefenen. In Vietnam heb ik me kunnen richten op guerilla filmen, wat zoveel inhoudt als pakken wat je pakken kan; de actie van het moment zo goed als dat gaat proberen vast te leggen. Je kunt een chirurg nou eenmaal niet vragen te wachten met snijden of dichtnaaien totdat jij je focus en exposure heb ingesteld. Bij M’lop Tapang tenslotte heb ik deze twee kunnen combineren, met een gedeelte wat zich er op dat moment voor je lens afspeelt en een gedeelte met een iets gecontroleerder script. Een van de uitdagingen hierbij was de taalbarriere. In de meeste gevallen kon ik een tolk ter plekke laten vertalen, maar met het belabberde niveau Engels dat ze spraken was het best lastig om bepaalde vragen beantwoord te krijgen. Ook omdat ze dit soort vragen waarschijnlijk nog nooit hadden bedacht of beantwoord. Persoonlijke ontwikkeling is in Cambodja namelijk ondergeschikt aan sociale cohesie, waardoor je antwoorden kan verwachten waar de sociale wenselijkheid van afdruipt. Om dan door te vragen zonder dat je daarbij een beerput van emoties en ideeen opentrekt, wat bij gebrek aan aanwezige psychologen tijdens het interview (dan tel ik mezelf niet dus) niet pedagogisch verantwoord is, is best een lastige opgave. Desondanks kon ik met mijn aanpak het vertrouwen winnen van de jongeren en zodoende toch wat persoonlijke verhalen lospeuteren.


Die aanpak baseerde ik vooral op het principe dat Connie Palmen noemt in een van haar boeken: “naiviteit is een journalistieke truuk”. Die naiviteit was voor mij niet moeilijk om aan te wenden, aangezien iedereen dacht dat ik 20 was (wat ik maar opvat als een compliment aangezien je als Aziatische vrouw al afgeschreven bent op je 26e). Wat ik daarvan weer heb geleerd is dat nederigheid loont en kan helpen bij het begrip van situaties en mensen. Dat ga ik waarschijnlijk ook merken als ik weer terug ben in Amsterdam en mijn plannen voor de komende tijd ga uitvoeren. In ieder geval weet ik nu beter wat die plannen zijn en deze reis heeft me laten zien dat ik vooral het pad moet blijven volgen dat ik voor mezelf voor ogen heb. Dus lieve mensen, bedankt dat jullie me hebben gevolgd tijdens mijn reis en ik hoop jullie snel weer te zien in Amsterdamske!!


Liefs een Verheugde Viv

24.8.09

Zomercreche




Even terugkomend op mijn vorige verhaal over het meisje en haar rechterarm (vader), vandaag kwamen ze weer aan mijn strandbed met de pet want de wet van de positieve bekrachtiging geldt hier als geen ander. Dit keer compenseerde het meisje het gemis van de linkerarm van haar vader met een dubbel zo grote rechterhand. Bijensteek heb ik me laten vertellen door Lisa, mijn 28-jarige informante en enige van wie ik nog epileersessies koop. Net toen haar vader haar armpje omhoog hield om te laten zien dat zij nu ook met een hand (icap) kampt, besefte ik dat hij tegelijkertijd medelijden probeerde te wekken voor haar. Voorheen liep de kleine vrolijk huppelend achter haar bedelende vader aan, maar dit keer werd zij ingezet als mascotte met het oog hun dagloon te verdubbelen. Hier en nu werd haar geleerd om te bedelen en dat bedelen een positief resultaat kan opleveren voor hun situatie. Het schoot echter door me heen dat dit gedrag niet zo'n positieve uitkomsten kan hebben voor haar toekomst. De conditie van haar vader gecombineerd met het gebrek aan hulp heeft waarschijnlijk tot gevolg dat zij weinig mogelijkheid heeft om naar school te gaan. De enige leerschool die ze heeft is het gedrag van haar vader wat het onwaarschijnlijk maakt dat zij zelf ooit het bedelende leven zal ontgroeien. Met een beetje geluk kan ze van haar 'zusters' op het strand leren hoe ze toeristen kunt kwellen met brutale praat en epileersessies. Waarmee ze zichzelf dan weer vastlegt aan een financieel onzekere toekomst.

Zij is niet de enige erfgename van een onfortuinlijke toekomst. In de slums wonen kinderen die eenzelfde soort toekomst tegemoet gaan, hetzij door andere oorzaken dan een vermiste linkerarm. Alcoholisme en gokverslaving zijn veelvoorkomende problemen in de sloppenwijken. Het dagloon van een gezin bestaat uit enkele dollars (als ze geluk hebben) en dat geld gaat vaak niet naar de verzorging of opleiding van de kinderen. Ik was gisteravond op bezoek bij Lisa, die aan de rand van een slum woont en zij vertelde me dat veel buren met dit soort problemen kampen. Een moeder zonder echtgenoot woont met haar twee kinderen in een huisje en zij wordt onderhouden door haar oudste dochter, die een goede baan in Siem Reap heeft. In plaats van een opleiding te betalen voor haar twee jongere dochters kiest zij ervoor om het geld te gaan vergokken. Een andere buur heeft een echtgenoot met losse handjes, die hij het liefst laat wapperen als hij een slok op heeft (en dat is dagelijks). Dit zijn gevallen waarin mensen bewust voor dit gedrag kiezen. Maar het gaat ook mis als ouders denken het Westerse voorbeeld te willen volgen en hun kinderen tijdelijk onder te brengen in wat ik noem de "zomercreche":

Ouders brengen hun kinderen naar de creche (het strand), waar de kinderen zorgeloos spelletjes kunnen spelen (flessen en blikjes verzamelen, wie de meeste heeft krijgt geen klappen die avond), waar ze tussen de middag te eten (hun eigen fruit wat toeristen voor ze kopen) en te drinken (cola, wat hun al bijna gevegeteerde tanden ook geen recht aandoet) krijgen, waar ze onder toeziend oog van Westerse professionals staan (pedofielen) en waar ze ook nog eens Engels leren (Remember me, you said you would buy today! Why don't you buy from me? It's not fair, you are stupid!). En het mooiste van alles; de kinderen verdienen de crechekosten zelf terug! De ouders kunnen vervolgens het verdiende geld wijselijk investeren in beleggingen (gokken) en hun gezondheid (sapkuren van fruitwijn- 18,5 %). Vanuit de optiek van de ouders snap ik dat dit een makkelijke manier is om hun eigen gedrag in stand te houden. Het meest schreinende is dat ze hier zelf voor kiezen, niet omdat ze niet anders kunnen maar omdat ze niet anders weten. Zij zijn zelf als kinderen ook met dit soort gedrag opgegroeid dus voor hun is deze leefwereld vertrouwd en makkelijk na te volgen.
Ik heb de woning gezien waarin Lisa woont met haar man en twee kinderen, een ruimte van ongeveer 12 m2 met een groot bed en een TV. Haar keuken is zo groot als de gemiddelde bezemkast in een Nederlandse flat en ze douchen tegelijkertijd met de borden en de pannen in een donkere ruimte achter haar huis. Wat me echter nog het meest verbaasde was dat haar kinderen, 2 en 3 jaar oud, al bier gevoerd kregen tijdens het eten (wat ze gelukkig nog niet echt leken te lusten) en dat ze continue zeurden en krijsten om geld. Ze wilden geld, let wel ze zijn 2 en 3 jaar oud!! Ik kon amper op mn benen staan op die leeftijd!!, om snoep te kopen bij de lokale shop om de hoek. Waarvan ik dacht dat zowel het verzoek als heet resultaat (geld en snoep) niet op zn plaats waren dachten hun ouders daar klaarblijkelijk anders over en gaven de luidkeelse sirenes alles wat ze wilden hebben. Ik kon alleen maar hopen dat deze brandalarmpjes ook afgaan als er ooit eens brand uitbreekt in het houten huisje...
Hun toekomst wordt dus niet alleen in stand gehouden door de onfortuinlijke leefsituatie maar ook door de mentaliteit van de mensen zelf. Tel daar het gebrek aan jobopportunities (die je alleen verkrijgt met netwerken of geld, geen van beiden aanwezig in de slums) bij op en een vicieuze cirkel is geboren. Scholing zou op lange termijn een verschil kunnen maken maar zolang ouders hun kinderen (op korte termijn) liever naar het strand sturen in plaats van een opleiding blijft het dweilen met de kraan open. Wij zouden kunnen helpen door niet mee te werken aan de kinderarbeid of kinderopvang op het strand. Maar dan blijft het de vraag wat er daadwerkelijk wordt opgelost.....

17.8.09

It's showtime!







Terug op het strand van Sihanoukville kom ik vandaag een meisje en haar vader tegen. De vader houdt zijn pet op met zijn rechterarm, aangezien zijn linkerarm tot boven de elleboog geamputeerd is. Ik vraag wat er is gebeurd en hij vertelt dat hij met een landmijn in aanraking is gekomen. Op dit strand is dit geen ongewoon gezicht, je kan zomaar twee handen vol (in ons geval) van dit soort mannen van middelbare leeftijd langs zien schuiven (letterlijk). Zij kunnen niet veel anders dan bedelen, want een normale, vaak fysiek zware baan, is voor hen onmogelijk en op overheidssteun hoeven ze al helemaal niet te rekenen. Vandaar dat ik een kleine financiele bijdrage in de pet stop en nog wat verder met ze babbel. Het meisje is 3 jaar, gaat hij door, en zij moeten het met zn tweeen rooien. Moeders is eerder ook in aanraking gekomen met een landmijn, maar zij heeft dit ongeval niet overleefd. Ondertussen bied ik ze wat popcorn –een lief gebaar van de ober- en wat te drinken aan. De kleinste van het stel valt daarop gretig aan in de bak met ontplofte maiskorrels (excuses voor de ongepaste vergelijking). Vaders staat vertederd naar haar te kijken en, ondanks dat hij ook reuze honger heft volgens mij, laat haar zich de popcorn tegoed doen. Ongelooflijk dat deze man, die zowel zijn linkerarm als zijn vrouw aan de nog steeds actieve maar onmogelijk te traceren landmijnen is verloren, nog steeds sterk blijft voor hem en zijn dochter en haar het beste gunt. Dan pakt zij een handvol popcorn en gebaart haar vader dat hij zijn hand uit moet steken. Gehoorzaam volgt hij het bevel van zijn dochter op en krijgt wat witte vlokken in zijn hand gedrukt. Dankbaar begint hij ook aan het bioscoopvoer. Ze kijken elkaar aan en ze lachen naar elkaar. Het lijkt alsof ze, ondanks hun onfortuinlijke situatie, toch blij zijn dat ze in ieder geval elkaar nog hebben en voor elkaar kunnen zorgen.



Dit is ook het uitgangspunt van M’lop Tapang, de organisatie waar ik afgelopen twee weken heb doorgebracht. Zij richten zich op straatkinderen in Sihanoukville en proberen via een uitgebreid en veelomvattend programma straatkinderen weer te herenigen met hun families en betere levensomstandigheden voor ze te creeeren. Na een positief gesprek met Maggie, een van de weinige buitenlandse medewerkers (het is een lokale NGO) hebben we besloten dat ik een groep jonge vrijwilligers, voormalige straatkinderen, ga volgen tijdens een training waarbij ze andere straatkinderen in de slums informeren over gezondheid, hygiene en attitude. De vrijwilligers zelf werken ook aan hun personal development en krijgen tijdens de training verschillende interactieve oefeningen voorgeschoteld die ze met zichbaar plezier uitvoeren. De kinderen in de sloppenwijken reageren heel enthousiast op deze groep, die met een zelfgeproduceerd toneelstukje de kleintjes nuttige informatie bijbrengt. Vervolgens gaan de vrijwilligers met bezem en mand het onvoorstelbare gebergte afval te lijf die in en rond het center ligt verspreid. Er komt wel wat vooruitgang in deze gebieden door de komst van elektriciteit en water, maar zolang er niets gedaan wordt aan de attitude ten opzichte van hun leefomgeving blijven deze plekken een broedplaats voor infecties en armoede. Het beuwst maken van de kinderen in deze wijken gaat daar hopelijk verandering in brengen in de toekomst. Het zien van jonge vrijwilligers die op deze manier iets terugdoen voor hun community is daarbij een uiterst inspirerend gezicht. Dat kan ik op mijn beurt hopelijk weer overbrengen met dit filmpje.



Tevens heb ik het voorrecht om bij het Art Center te filmen hoe jonge straatkinderen allerlei creatieve activiteiten uitvoeren. Doel is vooral expressive van de kleintjes, maar ze worden ook gestimuleerd om de activiteiten te koppelen aan hun persoonlijke ontwikkeling. De vooruitgang die ze boeken met oefenen, moet hun zelfvertrouwen opbouwen en hun concentratie bevorderen. Voor kinderen hier, die vaak niet eens naar het reguliere onderwijs gaan, kan dit een belangrijke ondersteuning zijn in hun ontwikkeling. Hoogtepunt was een optreden/concert die ze afgelopen zaterdag gaven voor familie en andere geinteresseerden. Alle inspanningen van de koters werden rijkelijk beloond door laaiend enthousiaste reacties bij het publiek. Ik kwam gelukkig net op tijd binnen bij deze organisatie om deze show mee te kunnen maken. De komende twee weken ga ik verder filmen, daarna wordt het waarschijnlijk weekje Bangkok (een visa-run zoals dat heet) en dan laatste dingetje afhandelen voordat ik me weer richting Amsterdam begeef. Het is nog maar een maandje, maar van de laatste zes weken heb ik in ieder geval een goed begin gemaakt. En dat is het halve werk zeggen ze….