22.5.09

What's up Doc?







De eerste dag. Screening van potentiele patientjes voor operatie. Om acht uur scherp stonden er rijen dik te wachten voor de onderzoekskamers waar de artsen zich hadden genesteld. Ouders blij dat ze er waren, kinderen die liever ergens anders zouden willen zijn. Ik had ervoor gekozen om direct achter mijn camera te kruipen en zo de omgeving te verkennen. Ik ken mezelf namelijk: als ik eerst een persoonlijke band met ze ga opbouwen dan vind ik het heel moeilijk om daarna een camera onder hun snufferd te schuiven. Ouders lieten me gelukkig mijn gang gaan omdat ze niet wisten waar ik mee bezig was en omdat iemand in een dokterspakje en camera, microfoon en koptelefoon waarschijnlijk snel respect afdwingt. Met alle pracht en praal van de minorities -pardon; etnische minderheden- was het een kleurrijke omgeving om te filmen. Naast het fascinerende exterieur kon ik makkelijk blikken van wanhoop vs hoop, angst vs moed, onzekerheid vs determinisme, bezorgdheid vs troost en spanning vs acceptatie vangen. Compleet gebiologeerd door deze natuurlijke acteurs die op hetzelfde moment zowel kracht als kwetsbaarheid kunnen uitstralen. Ik heb ook zeker geluk gehad met filmen, want soms liepen de mensen gewoon zo mn beeld binnen en deden precies wat ik had gehoopt waardoor shots vanzelf ontstonden. Dit maakte de vaak ongemakkelijke posities waarin ik me manouvreerde meer dan waard.

De vermomming als Vietnamese journalist ging me een tijd lang prima af, totdat sommige mensen die ik filmde me vragen gingen stellen. In het Vietnamees. Een uitleg geven, in het Vietnamees, was natuurlijk geen optie dus ik moest een andere manier vinden om te communiceren. Niet toevallig dat ik problemen heb met mijn stembanden want de gebarentaal die ik, bij compleet gebrek aan stem, mezelf heb moeten aanleren kwam nu verdraaid goed van pas. Omdat ik niet bang ben om mezelf met een of andere flauwe grap voor lul te zetten werd ik een soort Cliniclown van de afdeling. Echter niet alleen voor de kinderen, maar zeker ook voor de ouders. Een grapje was voor hun even een afleiding van de zorgen die ze hadden. Mijn camera werd al gauw verheven van UFO (Unidentified Filming Object) tot homevideotool waardoor er hele andere plaatjes op mijn lens verschenen. Lachende ouders die hun nog steeds beduusde kinderen naar de camera lieten zwaaien (die kinderen zijn daarmee allemaal goed afgericht trouwens). Geluk, hoop en liefde alom, wat als een vreugdevirus de rest van de recoveryroom besmette. Wat een grapje allemaal niet kan uitmaken....

Naast de ouders en de kids heb ik ook de artsen op de voet gevolgd. Zelfs tot in de operatiekamer. Dat was echt een belevenis! Ik heb dikwijls een o.k. van binnen gezien, maar altijd als degene die onder het mes moest. Dit keer mocht ik upclose en personal ervaren hoe een operatie werd uitgevoerd. Ik had alle vrijheid om te gaan en staan waar ik wilde en ik heb zeker van deze mogelijkheid gebruikt gemaakt door vanuit alle mogelijke hoeken en denkbare posities mee te kijken. En hoewel ik soms met afschuw naar het bloederige tafereel op de operatietafel keek, voelde ik me enorm bevoorrecht dat ik dit op deze manier heb kunnen meemaken. En aan het einde van de operaties keek ik altijd tegen een waar kunststukje vlees aan. In totaal heb ik 3 dagen gefilmd in de o.k., elke dag met een andere missie. Wat me verbaasde overigens want de geur van bloed vermengd met chemicalien is ronduit misselijkmakend. Gelukkig werd er onder de artsen flink wat afgelachen, wat naast de opperste concentratie in de kamer een prettige bijkomstigheid was. Het is wel fantastisch wat deze chirurgen neer weten te zetten. Enkele keren per jaar in verschillende bergprovincies 90 tot 190 patientjes opereren in enkele dagen. En dat naast hun normale baan. Zij verdienen het zeker om in de schijnwerpers te staan!

Grappige alleen was dat ze, zodra ik de camera op hun richtte, ze veranderden van praatjesmakers in verlegen jongetjes. Dit in tegenstelling tot de patienten in het ziekenhuis, die totaal niet cameraschuw waren. Er waren ook momenten dat ik vanachter mijn beeldscherm vandaan kwam. Dat was op momenten dat ik contact had met de patienten op de operatietafel. Bij de operatie van bijvoorbeeld klompvoeten en brandwonden worden patienten namelijk alleen plaatselijk verdoofd, waardoor ze de hele operatie (grotendeels) bewust meemaken. Ik kon soms niet geloven dat ik oogcontact had met iemand alsof ik die op straat tegenkwam, terwijl slechts enkele centimeters verder de voet of arm openlag. Heel onwerkelijk. Maar terwijl de chirurgen druk bezig waren om de boel aan elkaar te naaien, was er niemand die ook maar even bij de patient -nota bene een kind!!- ging checken. Vaak waren ze bang en lagen ze stilletjes te huilen. Het raakte me enorm dat ze zo alleen en hulpeloos op die tafel lagen en dan is het niet moeilijk om de camera naast je neer te leggen en naar ze toe te gaan. Een simpele vraag (Ben je ok? Heb je pijn?) of hun hand vasthouden en bij ze blijven was al voldoende om ze even iets minder alleen te laten voelen. Uit de glimlach die ze me gaven kon ik opmaken dat ze dit wel konden waarderen. Ik denk wel dat dit het meest aangrijpende is dat ik uit de o.k. heb meegenomen. Later zag ik ze dan weer in de recoveryroom, waar ze me al tegemoet kwamen met dezelfde glimlach. Goud waard.

Nu zijn we aan het einde van de eerste operatieweek wat me een memorabele ervaring, kennismaking met een prachtteam en veel filmmateriaal heeft opgeleverd. Vanavond keren de artsen en ik met de nachttrein terug naar Hanoi, waar ik blijf tot de volgende trip naar het verre Noorden. En met 11 volgeschoten tapes zal ik me zeker niet vervelen.....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten